Heel vaak krijg ik de vraag ‘Wat is er nou precies met je gebeurd Maarten?’. Via deze pagina hoop ik je hierop een beter antwoord te kunnen geven.
Aanrijding op de A12
Maandag 15 oktober 2018 leek een gewone werkdag te worden. Na Suus thuis plezier gewenst te hebben met de laatste dag van haar zwangerschapsverlof samen met Thomas, ben ik in de auto gesprongen naar Rijswijk.
Het was druk op de A12, maar niet anders dan anders. Muziekje aan en rustig achter aan sluiten in de rij. Het leek een dag als alle anderen te worden.
Langzaam reden we voorbij knooppunt Oudenrijn, Gouda, en Zoetermeer. Bij knooppunt Prins Clausplein de rechts voorsorteren om op de A4 richting Rijswijk uit te komen. Vanaf de oprit Nootdorp kruipt het verkeer in slakkengang richting het Prins Clausplein. Ik rij op de linkerstrook van de twee banen die afbuigen naar de A4. Door het in- en uitvoegende verkeer staan we meer stil dan dat we rijden. Rechts van me staat een grote vrachtwagen. Af en toe schuiven we weer een paar meter naar voren.
In een flits zie ik in m’n achteruitkijkspiegel een auto die van achter de vrachtwagen vandaan komt en in het gat tussen mij en de auto achter mij duikt. De snelheid waarmee de auto aankomt lijkt echter vele malen hoger dan wat past bij de rest van het verkeer. Ik en mijn voorganger(s) staan echter nog stil. Ik zet me schrap om de klap op te vangen …
“Gelukkig, alleen maar blikschade …”
De klap is hard. Heel hard. Gevolgd door een tweede klap, bovenop mijn voorganger. Ondanks mijn volledige gewicht op de rem, lijkt de auto gekatapulteerd te worden. Mijn hoofd vliegt heen en weer tussen stuur en neksteun, waarbij m’n bril van m’n hoofd vliegt …
Dan lijkt alles heel snel te gaan. Er wordt op mijn raampje getikt. Een vriendelijke meneer vraagt hoe het gaat en biedt direct zijn excuses aan. Hij is degene die vol van achteren bij mij naar binnen is komen zeilen. Enigszins versuft geef ik aan ‘dat het wel gaat’. Alleen m’n rug voelt wat beurs aan. Vanuit de achterbank komt een kleine rookwolk. De auto reageert nergens meer op. We lopen snel naar de vangrail, waar ook de bestuurder staat die door mij is aangetikt. Zijn Polo rijdt nog wel, maar heeft een fikse deuk en door de klap is onder meer de voorstoel afgebroken.
Van achter de vangrail valt pas op hoe ver mijn auto nog is doorgeschoten door de klap. De auto’s staan tientallen meters uit elkaar en op het asfalt ligt een hoop rommel als kentekenplaten, glas en blik.
Met elkaar lachen we dat het ‘gelukkig alleen maar blikschade’ is en schieten in de regelmodus. Mijn mobiel is uit het middenconsole gevlogen en moet ergens in de auto liggen. Met de telefoon van de veroorzaker van het ongeluk bel ik Suus en zeg ik dat het ‘allemaal wel meevalt’ en dat alleen ‘de auto wat sneller is afgeschreven’. Vooral geen zorgen maken.
Ondertussen zijn politie, brandweer, sleepdienst en een ambulance gearriveerd. Ter plekke word ik gecontroleerd door het ambulancepersoneel, waarbij vooral wordt gekeken naar de wervels. Met een paar extra paracetamol achter de kiezen mag ik weer uitstappen, met het advies wel goed in de gaten te houden hoe ik me voel en anders alsnog naar de huisarts te gaan.
De klap komt later
Wanneer we bij het sleepbedrijf zitten en alle formulieren zo goed en zo kwaad mogelijk hebben ingevuld, merk ik al wel dat de adrenaline meer en meer begint uit te werken. Ik merk dat ik meer last van m’n rug krijg en voel me moe. Hoofdpijn speelt op.
Ondertussen heb ik vanuit mijn gecrashte auto m’n mobiel weer kunnen pakken. In berichten aan het thuisfront probeer ik toch vooral te bevestigen dat het om blikschade gaat en dat het allemaal verder wel mee valt. Hoe fijn is het dat je in een Audi zat en niet in een of andere kleine auto?!
Naar huis
Als uiteindelijk een vervangende auto is geregeld wil ik maar een ding: naar huis. Met vier tussenstops ben ik in een slakkengang van Den Hoorn naar Odijk gereden. Of dit verantwoord is, weet ik tot de dag van vandaag niet. Thuis gekomen ben ik total loss op de bank geploft, met het idee dat ik de volgende dag wel weer aan de bak zou kunnen. Dat ik in een slepend revalidatietraject terecht zou komen kon ik me op dat moment niet voorstellen.